5.1.1 Werklocaties: basis op orde

Wij sturen op de kwantiteit en kwaliteit van werklocaties: spoor 1 ‘basis op orde’. We beogen knelpunten in vraag / aanbod te voorkomen. Het is van belang dat de door de markt gewenste typen werklocaties tijdig beschikbaar zijn. Interventies lopen (1) via het ruimtelijk spoor (werklocatievisies; (re)programmeren), (2) via gerichte investeringen (HMO; met partners) en (3) via kennisdeling (over slim beheer / onderhoud en duurzaamheid).

Context

De markt voor werklocaties (bedrijventerreinen, kantoren) verschuift van een groei- naar een krimp-/vernieuwingsmarkt. De match tussen vraag en aanbod is primair een lokale opgave en daarmee een gemeentelijke verantwoordelijkheid (ruimtelijk…

Acties

  1. Inventarisatie aanpak ruimtelijk spoor (werklocatievisies; (re)programmeren).

  2. De opdracht aan Herstructureringsmaatschappij Overijssel wordt gecontinueerd inclusief een verruiming naar alle soorten werklocaties (voor gerichte investeringen).

  3. Doorlopend beleid in relatie tot revitalisering bedrijventerreinen en aanpak leegstand kantoren.

Toelichting op voortgang

De inventarisatie naar een aanpak voor het ruimtelijk spoor voor werklocaties heeft geleidt tot 3 (Her)programmeringstrajecten voor bedrijventerreinen: Twente, West-Overijssel en Stedendriehoek. Het probleembesef bij de gemeenten is ontstaan, het bedrijfsleven is aangehaakt en zijn er grote stappen gezet richting bestuurlijke programmeringsafspraken. Verwacht wordt dat in het voorjaar van 2017 tot bestuurlijke afspraken gekomen wordt. Na afronding daarvan richten we samen met de gemeenten de monitoring en het beheer van deze afspraken in.

De herstructurering van verouderde bedrijventerreinen (meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid) is in 2016 afgerond. Er is in 2016 nog subsidie verleend aan 4 gemeentelijke initiatieven voor de herstructurering van verouderde bedrijventerreinen, waaronder ook het MBI-terrein in Raalte. Mede door de inzet van de HMO gaat dit al jaren zwaar verouderde terrein vanaf 2017 geherstructureerd worden. Hiermee is het aantal hectares herstructurering eind 2016 uitgekomen op 1245 hectare van de 1290 hectare (96%). De 3 resterende terreinen, waarvoor geen subsidie voor herstucturering van publieke ruimte is verleend, betreffen terreinen waar met name één grote private partij eigenaar van de grond is (Hof van Twente/Eternit en Hellendoorn/Ten Cate) of waar een bedrijfsverplaatsing een optie is (Wierden/Kluinveen). In samenspraak van gemeenten, eigenaren en HMO is men tot de conclusie gekomen dat een herstructurering nu niet bijdraagt aan de economische ontwikkeling van het terrein (onrendabele businesscases).

In september heeft u het investeringsvoorstel Verbreding opdracht Herstructureringsmaatschappij Overijssel (HMO) (PS/2016/763) naar alle werklocaties vastgesteld. Met het verbreden van de opdracht wordt HMO in staat gesteld om bij te (blijven) dragen aan onze opgave om te zorgen dat onze werklocaties blijven aansluiten bij de veranderende wensen en eisen van ondernemers. We zorgen dat de basis op orde blijft, zodat bedrijven goed kunnen functioneren en de werkgelegenheid wordt behouden en bedrijven kunnen groeien.

Onderdeel van de verbrede opdracht zijn de investeringen in de binnenstad met behulp van de middelen uit het Investeringsvoorstel Stadsbeweging (PS/2016/716). Het verlenen van de nieuwe/verbreden opdracht is de start van een nieuwe periode met nieuwe doelstellingen, prestaties en investeringsvoorwaarden. De oude doelstellingen zoals deze golden voor bedrijventerreinen worden losgelaten. HMO heeft ten aanzien van de doelstellingen die daarbij zijn geformuleerd de belangrijkste doelstelling behaald: het realiseren van de herstructurering van zwaar verouderde private kavels (de zogenaamde 'rotte plekken'). De vertaling van de uitvoering van de verbreding van de opdracht, inclusief Stadsbeweging, door de HMO en het toetsen aan de (nieuwe) investeringsvoorwaarden en prestaties zal vanaf 2017 plaatsvinden.

In 2016 heeft de HMO geïnvesteerd in de kop Boulevard van Enschede (Ariënsplein), Hasselt, Dedemsvaart (oude Wehkamp gebouw), Kampen en Olst-Wijhe. Daarnaast zijn de gesprekken over de ontwikkeling van het BTC gebouw op Kennispark en van het High Tech Science Park in volle gang. De eerste bedrijven zijn zich met ondersteuning van de HMO op het High Tech Science park aan het vestigen.

Ook voor kantoren zijn in 2016 nog diverse subsidies verleend. Het gaat om transformatieprojecten van kantoren naar woningen, bibliotheek of creatieve werkplaats. Alle projecten zijn voorzien van een uitgebreid kennisontwikkelingsprogramma dat in nagenoeg alle gevallen vormgegeven wordt door het mede door de provincie gefinancierde Lectoraat Werklocaties van Saxion. Voor één afwijzing van een subsidieaanvraag loopt nog een bezwaarschriftprocedure. De subsidieregeling is, na een ruime overtekening op het beschikbare budget, voorjaar 2016 gesloten.

Met ruim 9% leegstand in Overijsselse winkelgebieden (bron Locatus Leegstandsmonitor augustus 2016) is de Overijsselse leegstand hoger dan het landelijk gemiddelde. Daarnaast verwachten deskundigen dat de leegstand sneller stijgt dan landelijk en er naar verwachting in de komende jaren ook meer winkels verdwijnen. En dat terwijl de detailhandel een belangrijke economische sector is in Overijssel; er is dus werk aan de winkel.

In oktober 2016 hebben wij een provinciale retaildeal met het Rijk gesloten. Doel is de leegstand in winkelgebieden in elk geval terug te brengen richting het landelijk niveau door te werken aan herstel van de balans tussen vraag en aanbod. Dit gebeurt in samenwerking met direct betrokkenen zoals gemeenten. Wij stimuleren de lokale aanpak, uitwisseling van ervaring en kennisdeling om tot best practices in de aanpak van leegstand te komen. Verder hebben wij in het najaar 2016 een subsidieregeling opengesteld voor gemeenten die ook de retaildeal hebben ondertekend. De regeling is bedoeld als steun in de rug om concreet aan de slag te gaan met de actiepunten uit de retaildeal.

Financiën

Toelichting op voortgang

Werklocaties Basis op Orde:

De voornaamste oorzaken van de onderuitputting zijn een lopende bezwaarschriftprocedure over het jaar 2016 en de complexiteit van de aanpak inventarisatie ruimtelijk spoor (reprogrammeren werklocaties) . Wij stellen u voor om € 417.000 te onttrekken aan de reserve Uitvoering kwaliteit van Overijssel en toe te voegen aan de exploitatie 2017 van prestatie 5.1.1.

Herstructureringsmaatschappij Overijssel:

HMO is opgericht met de gedachte dat zij eind 2018 haar opgave had gerealiseerd, maar ook alle middelen waren besteed. Bij de beoordeling van het risico bij de provinciale jaarrekening 2015 werd hier nog vanuit gegaan en werd de HMO voor 100% voorzien. Echter het is HMO in de afgelopen periode gelukt om mede door inzet van andere instrumenten (o.a. verstrekken van leningen) bij investeringen in bedrijventerreinen het provinciaal vermogen nagenoeg te behouden. In uw besluit van september 2016 tot verbreding van de opdracht, waarbij HMO structureel inzet gaat plegen op alle werklocaties, is dan ook het streven naar het behoud van het provinciaal vermogen opgenomen. Daarbij wordt er rekening meegehouden dat voor realisatie van het maatschappelijk effect soms verlies moet worden geduld, om een groter effect te bewerkstelligen. Daarom is aan de HMO een streefwaarde van 75% instandhouding van het provinciaal vermogen meegegeven.

Aangezien HMO op dit moment nagenoeg volledig het provinciaal vermogen behouden heeft, wordt conform de regels van BBV de waardering van de HMO gesteld op verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde (lees intrinsieke waarde). De intrinsieke waarde van HMO per 31 december 2016 is € 26,8 miljoen en de verkrijgingsprijs is € 27,3 miljoen. Voorzichtigheidshalve wordt daarom HMO gewaardeerd op € 26,8 miljoen en wordt een risicovoorziening gevormd voor het verschil tussen de intrinsieke waarde en de verkrijgingsprijs van € 0,5 miljoen. De waardering van de HMO naar € 26,8 miljoen leidt tot een vrijval van de risicovoorziening voor een even zo hoog bedrag omdat tot vorig jaar HMO voor 100% voorzien was. Conform het door u vastgestelde beleid (Optimale inrichting provinciale financiën PS/2014/1051) is afgesproken dat tegenover de waardering van een deelneming eenzelfde waarde in de Algemene Financieringsreserve wordt gevormd.  Wij stellen u daarom voor om de vrijval van € 26,8 miljoen van de risicovoorziening middels een resultaatbestemming toe te voegen aan de Algemene Financieringsreserve.

Basisinformatie

Verantwoordelijk portefeuillehouder:

Eddy van Hijum.

Rol provincie:

Wij vervullen de rol van regisseur.

Looptijd prestatie:

Structureel.

Relatie met reserve Ecologische Hoofdstructuur/Kwaliteit van Overijssel?

Ja. Bijbehorend investeringsvoorstel: