Balans

Inleiding

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.

Overzicht

Immateriële vaste activa

Boekwaarde 31-12-2015

Investeringen

Desinvesteringen

Afschrijvingen

Bijdragen van derden

Afwaarderingen

Boekwaarde 31-12-2016

Immateriële vaste activa:

28.301

-174

5.881

4.234

0

0

18.012

Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio

28.301

-174

5.881

4.234

18.012

Kosten onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief

0

0

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

0

0

Grondslagen
Onder deze post is het positieve saldo uit hoofde van uitzettingen opgenomen van agio (verkrijgingsprijs
> nominale waarde) verminderd met disagio (nominale waarde > verkrijgingsprijs) en de afschrijvingen
op agio.
Het op uitzettingen betaalde agio wordt gedurende de looptijd van het actief lineair afgeschreven; bij
tussentijdse verkoop wordt het op dat moment resterende agio als last genomen.
Op grond van het voorzichtigheidsprincipe wordt disagio als baat genomen bij tussentijdse verkoop of
afloop van de uitzetting en wordt over het disagio niet afgeschreven.

Toelichting
In 2016 is gebleken dat gehanteerde grondslagen inzake de behandeling van disagio niet langer houdbaar zijn. Daarom zal in 2017 voorgesteld worden de grondslag zodanig te wijzigen dat disagio op dezelfde wijze wordt behandeld als agio.
Het bedrag aan afschrijvingen bestaat uit de afschrijvingen op agio vermindert met de door afloop van de onderliggende obligaties geamortiseerde agio.

Materiële vaste activa

Boekwaarde 31-12-2015

Investeringen

Desinvesteringen

Afschrijvingen

Bijdragen van derden

Afwaarderingen

Boekwaarde 31-12-2016

Investeringen met een economisch nut:

43.274

1.899

0

5.474

0

0

39.699

Grond en terreinen

0

0

Strategische gronden

0

0

Woonruimten

68

4

64

Bedrijfsgebouwen

34.780

206

0

2.146

32.840

Grond, weg en waterbouwkundige werken

0

0

Vervoermiddelen

0

0

Machines, apparaten en installaties

7.135

1.659

0

3.177

5.617

Overige materiële vaste activa

1.291

34

147

1.178

Boekwaarde 31-12-2015

Investeringen

Desinvesteringen

Afschrijvingen

Bijdragen van derden

Afwaarderingen

Boekwaarde 31-12-2016

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut:

84.534

0

0

5.321

0

0

79.213

Grond en terreinen

0

Strategische gronden

0

Woonruimten

0

Bedrijfsgebouwen

0

Grond, weg en waterbouwkundige werken

84.534

5.321

79.213

Vervoermiddelen

0

Machines, apparaten en installaties

0

Overige materiële vaste activa

0

Grondslagen
Materiële vaste activa worden verdeeld in drie categorieën.

  • Investeringen met een economisch nut.
  • Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing geheven kan worden.
  • Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Investeringen met economisch nut worden te allen tijde geactiveerd. Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut worden niet geactiveerd. Vanaf 2017 worden deze investeringen ook geactiveerd. De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de verkrijgingsprijs verminderd met de afschrijvingen en met eventuele investeringsbijdragen van derden. De afschrijvingen vinden lineair plaats. De afschrijvingstermijnen, die zijn gebaseerd op de economische levensduur, variëren van vier jaar tot vijftig jaar. Het afschrijven op investeringswaarden start in het jaar ná investeren.

Toelichting
In 2016 hebben nieuwe investeringen plaatsgevonden voor een bedrag van € 1,9 miljoen. De afschrijvingen op de materiële vaste activa bedroegen in 2016 € 10,8 miljoen. Hierna worden de geraamde en gerealiseerde investeringen per krediet vermeld en toegelicht.

Investeringskredieten voor activa

Omschrijving

Begroting

Rekening

Saldo

Nog te besteden

2016

2016

in 2017

na 2017

Totaal

7.188

1.899

5.289

848

Mobiliteit

51

47

4

Varend materieel

51

47

4

Bedrijfsvoering

7.137

1.852

5.285

848

Vastgoed

330

159

171

171

Facilitaire zaken

64

34

30

Informatie- en communicatietechnologie

6.743

1.659

5.084

677

Voor een bedrag van € 0,8 miljoen wordt voorgesteld om het krediet over te hevelen naar 2017. De resterende kredieten kunnen vrijvallen, omdat voor vervanging structureel middelen in de begroting zijn opgenomen.

Mobiliteit - varend materieel
De uitgaven hadden betrekking op de speedboot de Lund. Het niet ingezette investeringsbudget in 2016 van € 4.000 kan vrijvallen.

Vastgoed, huisvesting en inrichting
De uitgaven hadden met name betrekking op de verbouwing van de 6e verdieping van het provinciehuis, vervanging van audio-visuele middelen en renovatie van het video-observatiesysteem van de schuur van het Nijenhuis. Het resterende investeringsbedrag van € 0,2 miljoen wordt in 2017 ingezet ter dekking van een aantal reeds geplande bouwkundige en installatietechnische aanpassingen van de locaties Raalte en Tubbergen.

Facilitaire zaken
De uitgaven hadden betrekking op de aanschaf van meubilair. Het niet ingezette investeringsbudget van € 30.000 kan vrijvallen.

Informatie- en communicatietechnologie
De uitgaven hadden met name betrekking op het Strategisch Informatie Plan (STIP), EDO-SquitXO, herinrichting SAP en werkplekvervanging. Door problemen bij de vervanging van netwerk en servers bij provincie, gemeente Zwolle en Kampen door het SSC in 2016 zijn enkele ICT-infrastructuurprojecten niet (geheel) tot uitvoering gekomen. Van het niet benutte investeringsbedrag ICT zal € 0,7 miljoen naar 2017 worden doorgeschoven voor vervanging van werkplekapparatuur, telefooncentrale en WEB-apparatuur. Het overige niet ingezette investeringsbudget in 2016 van € 4,4 miljoen kan vrijvallen, waarvan een bedrag van € 1,6 miljoen wordt verklaard doordat de projectkosten van servers & opslag, Domein & Datacentrum en netwerk ten laste van de exploitatie zijn gekomen.

Financiële vaste activa

Boekwaarde 31-12-2015

Investeringen / aankopen

Desinvesteringen / verkopen

Afschrijvingen / Aflossingen

Afwaarderingen

Boekwaarde 31-12-2016

Financiële vaste activa:

1.540.908

123.051

68.593

263.950

-28.997

1.360.413

Kapitaalverstrekkingen aan:

18.300

51.388

-26.975

96.663

Deelnemingen

18.062

51.388

-26.975

96.425

Overige verbonden partijen

238

238

Leningen aan:

393.362

62.688

136.263

-1.800

321.587

Openbare lichamen zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden

32.594

60

1.800

-1.800

32.654

Deelnemingen

360.101

62.628

134.463

288.266

Overige verbonden partijen

667

667

Overige langlopende leningen

69.828

1.964

9.487

-222

62.527

Uitzettingen in Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

106.100

106.100

Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

953.318

7.011

68.593

118.200

773.536

Grondslagen
De kapitaalverstrekkingen zijn gewaardeerd op de historische kostprijs. Daar waar nodig zijn de kapitaalverstrekkingen verminderd met daarvoor voorzichtigheidshalve gevormde voorzieningen.
De leningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Daar waar nodig zijn de leningen verminderd met daarvoor voorzichtigheidshalve gevormde voorzieningen.
De uitzettingen zijn gewaardeerd op nominale waarde eventueel verminderd met een negatief saldo van agio, afschrijvingen op agio en disagio. De wijze van waarderen van dit negatieve saldo wijkt niet af van hetgeen beschreven is onder immateriële vaste activa.

Toelichting
Een gedetailleerde onderverdeling treft u aan in het bijlagenboek. Hier treft u een toelichting aan op de  mutaties in 2016.

Kapitaalverstrekking aan deelnemingen
Ultimo 2016 is de lening aan Enexis van € 39,3 miljoen omgezet in aandelen Enexis, waardoor de toename van de boekwaarde van Enexis toeneemt met hetzelfde bedrag. Daarnaast is € 12,1 miljoen aan de Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel aan agio beschikbaar gesteld.
De verminderingen van de afwaarderingen bestaan uit een vrijval van de Voorziening participatie HMO van € 26,8 miljoen en een vrijval van de Voorziening deelneming HFO van € 0,2 miljoen.

Leningen aan:
Openbare lichamen
De toename betreft de conform overeenkomst bij de lening aan de gemeente Enschede opgeboekte rente over 2016. De afschrijving en vermindering van de afwaardering betreft de omzetting van de lening aan de gemeente Hengelo inzake het Warmtenet in een subsidie aan de gemeente voor het uitvoeren van het project "Warmtenet Hengelo".

Deelnemingen
De toename betreft € 34,7 miljoen aan het Energiefonds verstrekte leningen, € 25 miljoen aan aangeschafte perpetuele obligaties van de BNG en € 2,9 miljoen aan het bij de omzetting van de lening aan Enexis verkregen deel van de bruglening aan Enexis.
De afname betreft € 1,7 miljoen aan reguliere aflossing van Vitens, € 93,5 miljoen aan vervroegde aflossing van de bruglening aan Enexis en € 39,3 miljoen aan omzetting van de lening aan Enexis in aandelen Enexis.

Uitzettingen in 's Rijks schatkist
Op grond van wet- en regelgeving is de bij de Jaarrekening 2015 onder deze post verantwoorde lening voor de verbreding van de A1 (€ 28,4 miljoen) bij deze Jaarrekening opgenomen onder 'Leningen aan openbare lichamen'.

Overige langlopende leningen
De toename betreft verstrekkingen van SVn startersleningen en SVn duurzaamheidsleningen van respectievelijk € 1,2 miljoen en € 0,8 miljoen.
De afname betreft aflossingen op SVn startersleningen, SVn duurzaamheidsleningen, SVn MKB duurzaamheidsleningen en lening Aardwarmte Koekoekspolder van respectievelijk € 3,7 miljoen, € 4,6 miljoen, € 1 miljoen en € 0,2 miljoen.
De vermindering van de afwaardering met € 0,2 miljoen betreft de vrijval van de Voorziening ontwikkeling aardwarmte Koekoekspolder met de reguliere aflossing.

Overige uitzettingen
Binnen de obligatieportefeuille hebben voor € 7,1 miljoen aan aankopen, € 68,6 miljoen aan verkopen en € 118,2 miljoen aan aflossingen plaatsgevonden.

Voorraden

Stand per
31-12-2015

Vermeerderingen

Verminderingen

Stand per
31-12-2016

Voorraad grond- en hulpstoffen, overig

76.378

44.347

47.523

73.202

(Ruil)gronden IJsseldelta-Zuid

21.794

1.176

5.580

17.390

(Ruil)gronden N340/N377/N48

3.933

462

3.471

(Ruil)gronden N34

244

240

484

(Ruil)gronden EHS

71.353

36.027

23.165

84.215

(Ruil)gronden Revolving fund kavelruil

6.924

379

2.578

4.725

(Ruil)gronden N348

511

627

84

1.054

(Ruil)gronden Ruimte voor de Vecht

546

546

0

(Ruil)gronden N331 (VOC's Hasselt)

21

21

(Ruil)gronden gebouwen Olasfa

0

290

290

Waardeverminderingen i.v.m. lagere marktwaarde

-28.948

5.608

15.108

-38.448

Grondslagen
Voorraden worden op nihil gewaardeerd, uitgezonderd de voorraad (ruil)gronden.
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (en de ‘Nota instrumenten grondbeleid en Algemene Reserve Grond’ (PS/2012/874) bepaalt dat gronden moeten worden gewaardeerd op basis van verkrijgingswaarde. Voor alle genoemde posten met betrekking tot (ruil)gronden is dat het geval, waarbij de vermeerderingen en verminderingen het gevolg zijn van respectievelijk aankopen en verkopen. Zie voor een uitgebreide toelichting de Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid en de Grondparagraaf.

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten staat ook dat indien de marktwaarde van gronden en opstallen lager is dan de verkrijgingswaarde, het waardeverschil wordt verantwoord als waardevermindering.

Toelichting
De in deze Jaarstukken gepresenteerde voorraden vallen onder de categorie ‘Overige grond- en

hulpstoffen’ en bestaan volledig uit aangekochte gronden en gebouwen en daaruit voortkomende waardeverminderingen.

De post waardeverminderingen heeft betrekking op:
Gronden overgenomen van het Rijk ter financiering van de Ontwikkelopgave Ecologische Hoofdstructuur / Natura 2000 en gelegen binnen de natuurbegrenzing. De marktwaarde voor deze categorie is gebaseerd op een natuurbestemming, namelijk 15% van de verkrijgingswaarde. De waardevermindering is in 2016 met € 2 miljoen toegenomen.

Opstallen overgenomen van het Rijk ter financiering van de Ontwikkelopgave Ecologische Hoofdstructuur / Natura 2000. De marktwaarde van de opstallen ligt bij verkoop lager dan bij verkrijging. De waardevermindering is in 2016 afgenomen met € 0,6 miljoen.

Gronden gekocht voor de Ontwikkelopgave Ecologische Hoofdstructuur / Natura 2000. De marktwaarde voor deze categorie is gebaseerd op een natuurbestemming, namelijk 15% van de verkrijgingswaarde. De waardevermindering is, als gevolg van aankopen,  in 2016 met € 5,8 miljoen toegenomen.

Opstallen gekocht in het kader van de Ontwikkelopgave Ecologische Hoofdstructuur / Natura 2000. De marktwaarde van de opstallen ligt bij verkoop lager dan bij verkrijging. De waardevermindering is in 2016 per saldo met € 1,1 miljoen toegenomen.

Jaarlijkse vergelijking van de verkrijgingswaarde met de actuele marktwaarde voor de ruil - en restgronden binnen de overige projecten. Per 31-12-2016 is voor sommige percelen bepaald dat de marktwaarde lager is dan de verkrijgingswaarde en is hiervoor een voorziening getroffen, die in 2016 met € 1,2 miljoen is toegenomen.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Boekwaarde 31-12-2015

Boekwaarde 31-12-2016

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar:

270.072

463.713

Vorderingen op openbare lichamen

31.792

39.844

Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden

Overige verstrekte kasgeldleningen

Uitzettingen in ’s Rijks schatkist

Rekeningcourantverhouding met het Rijk

207.947

397.993

Rekeningcourantverhoudingen met niet financiële instellingen

Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier

2.068

2.071

Overige vorderingen

4.488

2.808

Overige uitzettingen

23.777

20.997

Boekwaarde 31-12-2015

Boekwaarde 31-12-2016

Vorderingen op openbare lichamen:

31.792

39.844

Europese Unie

0

Rijksoverheid

29.757

36.013

Provincies

230

185

Gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden

1.805

3.646

Grondslagen
Kortlopende uitzettingen (waaronder vorderingen) worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Daar waar nodig zijn de uitzettingen verminderd met daarvoor voorzichtigheidshalve gevormde voorzieningen.

Toelichting
Vorderingen op openbare lichamen
De belangrijkste vorderingen ultimo 2016 betreffen het btw-compensatiefonds (€ 24,7 miljoen)
en de opcenten motorrijtuigenbelasting over december (ongeveer € 8,5 miljoen).

Rekening-courantverhouding met het Rijk
Op grond van wet- en regelgeving dienen overtollige middelen aangehouden te worden in ’s
Rijks schatkist en afzonderlijk te worden verantwoord.

Uitzettingen in Nederlands schuldpapier
Dit betreft de per jaareinde opgebouwde rente op Nederlandse obligaties binnen de obligatieportefeuille.

Overige vorderingen
In deze post is een bedrag van € 5,0 miljoen begrepen waarvan de inbaarheid onzeker is. Deze vorderingen zijn geheel voorzien, waardoor de gepresenteerde boekwaarde nihil bedraagt.

Overige uitzettingen
Dit betreft de per jaareinde opgebouwde rente op de obligaties (exclusief Nederlandse) binnen de obligatieportefeuille.

Liquide middelen

Stand per
31-12-2015

Stand per
31-12-2016

Liquide middelen

2.009

5

Bank

2.004

4

Kas

5

1

Begroting

Percentage

Drempel

Berekening drempelbedrag schatkistbankieren

4.534

Totale lasten begroting 2016

891.905

Drempelbedrag tot en met € 500 miljoen

0,75

3.750

Drempelbedrag vanaf € 500 miljoen

0,20

784

Gemiddeld

Drempel

Verschil

Verantwoording drempelbedrag schatkistbankieren

1.907

4.534

2.627

Eerste kwartaal 2016

2.034

4.534

2.500

Tweede kwartaal 2016

2.402

4.534

2.132

Derde kwartaal 2016

946

4.534

3.588

Vierde kwartaal 2016

2.244

4.534

2.290

Grondslagen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Toelichting
In 2016 hebben wij het drempelbedrag niet overschreden.

Overlopende activa

Balanswaarde 31-12-2015

Balanswaarde 31-12-2016

Overlopende activa

44.029

50.536

Van de Europese Unie nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel

Van de Nederlandse Rijksoverheid nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel

14.400

14

Van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvan-gen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingdoel

Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van volgende begrotingsjaren komen.

29.629

50.522

Grondslagen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Toelichting
Voor de toelichting op de (nog te ontvangen voorschotbedragen op) doeluitkeringen verwijzen wij u naar het onderdeel Doeluitkeringen, waar deze gezamenlijk met de nog te besteden voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht zullen worden.

Nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen
Alle bedragen worden verrekenbaar of inbaar geacht. De grootste posten betreffen nog van SVn te ontvangen aflossingen inzake startersleningen en duurzaamheidsleningen (€ 7,4 miljoen), rentebaten 2016 voor leningen waarvan de ontvangst in 2017 plaatsvindt (€ 1,5 miljoen), vooruitbetaalde grondaankopen voor de EHS (12,4 miljoen), vorderingen op diverse landinrichtingscommissies (€ 16,5 miljoen) en de nog op te leggen grondwaterheffing over 2016 (€ 1 miljoen).

Verliescompensatie VpB

Per 1 januari 2016 is de Wet Vpb van toepassing op overheidsondernemingen. In 2016 hebben wij (clusters van) activiteiten geïnventariseerd en beoordeeld op de vraag of deze leiden tot een belastingplicht in het kader van de vennootschapsbelasting. Definitieve afstemming hierover met de belastingdienst dient nog plaats te vinden. De voorlopige bevindingen geven geen aanleiding tot opname van een bedrag voor verliescompensatie.

Eigen Vermogen

Grondslagen

Reserves worden gevormd voor:

  • Het opvangen van algemene risico’s (bufferfunctie van de algemene reserves).
  • Toekomstige besteding aan een van te voren bepaald doel (bestemmingsreserves).

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2013 (PS/2013/549). Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per reserve toegelicht.

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

Balanswaarde 31-12-2015

Vermeerderingen

Aflossingen

Balanswaarde 31-12-2016

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer:

9

2

11

Obligatieleningen

Onderhandse leningen van:

Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen

Binnenlandse banken en overige financiële instellingen

Binnenlandse bedrijven

Openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden

Overige binnenlandse sectoren

Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren

Door derden belegde gelden

Waarborgsommen

9

2

11

Verplichtingen uit hoofde van financial leaseovereenkomsten

Voorzieningen

Grondslagen
Voorzieningen worden gevormd voor:

  • Min of meer onzekere verplichtingen die te zijner tijd tot schulden kunnen worden (zoals garantstellingen).
  • Schattingen van de lasten voortvloeiend uit risico’s die samenhangen met de bedrijfsvoering (zoals rechtsgedingen en reorganisaties).
  • Egalisatie van de in de tijd onregelmatig gespreide lasten (zoals groot onderhoud).

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2013 (PS/2013/549). Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per voorziening toegelicht.

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Stand per
31-12-2015

Stand per
31-12-2016

Netto-vlottende schulden

28.491

24.598

Overige nog te betalen bedragen

28.491

24.598

Toelichting
De overige nog te betalen bedragen ultimo 2016 betreffen hoofdzakelijk crediteuren ter grootte
van € 20,2 miljoen.

Overlopende passiva

Balanswaarde 31-12-2015

Balanswaarde 31-12-2016

Overlopende passiva:

324.487

227.571

Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen

238.925

204.669

Van de Europese Unie ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren

1.040

Van de Nederlandse Rijksoverheid ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren

83.892

14.451

Van overige Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren

Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen

1.670

7.411

.

Balanswaarde 31-12-2015

Balanswaarde 31-12-2016

Totaal verplichtingen:

238.925

204.669

2007 en eerder

356

75

2008

2.218

257

2009

1.474

825

2010

10.038

4.528

2011

29.959

18.420

2012

28.902

19.813

2013

11.590

7.708

2014

45.141

27.868

2015

103.815

60.715

2016

61.717

2009 ILG

311

124

2010 ILG

3.251

1.469

2011 ILG

1.007

659

2012 ILG

528

270

2013 ILG

335

221

Toelichting
Voor de toelichting op de (nog te besteden voorschotbedragen op) doeluitkeringen verwijzen wij u naar het onderdeel Doeluitkeringen, waar deze gezamenlijk met de nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht zullen worden.
Het saldo op “Vooruitontvangen bedragen” bestaat uit ontvangsten die betrekking hebben op het
jaar 2017 en verder.

Doeluitkeringen

Grondslagen
Doeluitkeringen worden gevormd door:
Niet bestede middelen afkomstig van Europese en Nederlandse overheidslichamen, die krachtens het BBV niet meer als voorziening maar als overlopend passief op de balans worden opgenomen.

Het kader voor de reserves, voorzieningen en doeluitkeringen van de provincie Overijssel wordt gevormd door de nota reserves, voorzieningen en doeluitkeringen provincie Overijssel 2013 (PS/2013/549). Dit kader bewerkstelligt een doelmatige en doeltreffende omgang met de betreffende onderdelen en zorgt ervoor dat de uitvoering van het provinciaal beleid adequaat wordt ondersteund. Ook zorgt een eenduidig kader voor inzicht in de vermogensopbouw en het weerstandsvermogen.

Eventuele specifieke spelregels worden per doeluitkering toegelicht.

Verstrekte borg- en garantstellingen

De provincie heeft voor een bedrag van € 77,6 miljoen (2015: € 79 miljoen) aan waarborgen en garanties afgegeven voor geldleningen of kosten van in totaal € 146,6 miljoen (2015: € 155,3 miljoen).

De belangrijkste daarvan zijn die aan Crédit Agricole (€ 50 miljoen), Nationaal groenfonds (€ 10,4 miljoen), Energiefonds Overijssel (€ 8,1 miljoen), ministerie van Infrastructuur en Milieu (€ 2,8 miljoen) en WGV Oost (€ 2,3 miljoen).

In 2016 zijn twee nieuwe garantstellingen ter grootte van € 0,3 miljoen afgegeven. De borg- en garantstellingen zijn daarnaast in 2015 als gevolg van de afname van de onderliggende waarde met € 1,7 miljoen afgenomen.

Nadere cijfermatige informatie per borg- of garantstelling is opgenomen in het bijlagenboek (Overzicht van borg- & garanstellingen).

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Omschrijving

Einde contract

Bedrag

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

12.354

Leaseverplichting dienstauto's

december 2020

2.600

Leaseverplichting GS auto's

december 2019

307

Leaseverplichting poolauto's

december 2019

270

Leaseverplichting milieuwachtdienstauto PD

december 2020

360

Onderhoud SAP licenties

december 2016

188

Onderhoud bouwkundig/installaties

december 2017

302

Onderhoud Argis licenties

december 2017

273

Onderhoud EDO

december 2016

461

Onderhoud diversen

diversen

760

Onderhoud printers

december 2017

75

Onderhoud en support IPROX-licenties

december 2019

88

Onderhoud drankenautomaten

december 2018

128

Onderhoud DRIS Twente

december 2024

766

Licenties informatiesysteem Milieuvergunningen en Handhaving

december 2018

171

Huurovereenkomst Bergstr. en Bergsingel

juni 2025

288

Huurovereenkomst Twentehuis

december 2020

439

Schoonmaakwerkzaamheden

april 2019

1.443

Bibliotheekapplicatie

december 2019

399

Aanneemsom catering

december 2018

375

Onderhoud AV middelen

december 2019

129

Onderhoud Lias

december 2017

19

Onderhoud spoorwegovergangen

december 2023

1.680

Onderhoud vergader- en webcast voorziening

december 2017

46

Cyclisch onderhoud asfalt

december 2019

787

Subsidieverplichtingen beheercontracten, inrichting en functieverandering

In de periode tot en met 2015 zijn door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl; voorheen Dienst Regelingen), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, verplichtingen aangegaan naar particulieren en terreinbeherende organisaties voor de inrichting en beheer van nieuwe natuur. Daarnaast zijn verplichtingen voor functieverandering aangegaan, zodat agrarische grond kon worden omgezet naar natuur.
Op basis van de ILG-afspraken is de verantwoordelijkheid voor de subsidieverlening, inclusief het uitfinancieren van voor 1-1-2007 aangegane verplichtingen, voor de bestuursperiode 2007-2013 overgenomen door de provincie. Via de ILG-doeluitkering zijn hiervoor middelen door het Rijk verstrekt. In de provinciale administratie zijn vanaf 2007 jaarlijks de gerealiseerde kasuitgaven verantwoord.
Met het natuurakkoord is de verantwoordelijkheid voor beheer, inrichting en functieverandering volledig overgegaan naar de provincie. Met ingang van 2014 ontvangt de provincie hiervoor, via het Provinciefonds, middelen van het Rijk, waarmee een deel van de langlopende verplichtingen worden gedekt. Aanvullend stelt de provincie, conform het natuurakkoord, uit eigen middelen ook bedragen beschikbaar voor het beheer.
Per einde 2016 bedroeg het totaal aan openstaande verplichtingen voor inrichting, beheer en functieverandering van nieuwe natuur volgens opgave van RVO.nl € 102,6 miljoen. Deze verplichtingen komen in toekomstige jaren ten laste de uitvoeringsreserve EHS.

A1

Vanaf 2011 werken regionale partijen met het Rijk samen om de verkeersveiligheids-, doorstromings-, en bereikbaarheidsproblemen op de A1 versneld op te lossen. In oktober 2013 heeft de Minister met de provincies Gelderland en Overijssel en Regio Twente daartoe een Bestuursovereenkomst gesloten (Staatscourant 2013/32967), waarin afspraken zijn gemaakt over onder andere de projectscope, realisatie, financiering en fasering van de capaciteitsuitbreiding A1 Apeldoorn–Azelo. Het College van GS heeft op 15 oktober 2013 (besluit GS/2013/0343304) met de Bestuursovereenkomst ingestemd.
De bijdrage van provincie Overijssel omvat vier onderdelen. Eén van deze onderdelen is de bijdrage van € 10,845 miljoen (€ 10,5 miljoen plus indexering 2013-2015) in maatregelen voor een duurzame en ruimtelijke inpassing van de A1. In de bestuursovereenkomst is afgesproken dat deze bijdrage niet wordt uitbetaald aan het Rijk, maar dat deze in 2024 wordt verrekend met de aflossing van de beschikbaar gestelde voorfinanciering.

Gebeurtenissen na balansdatum