Personeelsgebonden lasten

Personeelsgebonden lasten

Inleiding
De personeelsgebonden kosten bestaan uit de directe (werkelijke) salarislasten, inclusief sociale lasten werkgever, verhoogd met de toelagen voor fuwa- correctie, garantietoelage, onregelmatigheidstoeslag, overwerk en medewerker toelagen conform CAO- bepalingen. De personeelsgebonden kosten worden vervolgens verhoogd met de daaraan gerelateerde kosten voor inhuur van uitzendkrachten, externe deskundigheid, vervanging bij ziekte en overige personeelskosten. De overige personeelskosten bestaan uit de reis- en verblijfkosten, onkostenvergoedingen, kosten van vorming door opleiding en training.

Salarissen en personeelsgebonden kosten

Rekening

Primitieve

Begrotings

Actuele

Rekening

Verschil

begroting

wijziging

begroting

2015

2016

2016

2016

2016

2016

Totaal

57.060

59.941

392

60.333

58.815

1.518

Subtotaal

55.077

57.872

630

58.502

56.932

1.570

Salarislasten inclusief sociale lasten

51.422

55.630

455

56.085

53.037

3.048

Salarislasten doorbelast aan project / programmabudget

0

0

0

0

-43

43

Uitzendkrachten en externe deskundigheid

4.939

2.242

283

2.525

5.294

-2.769

Overige gerelateerde personeelskosten*

-1.284

0

-108

-108

-1.356

1.248

Subtotaal

1.983

2.069

-238

1.831

1.883

-52

Reis- en verblijfkosten

802

844

-89

755

674

81

Onkostenvergoedingen

38

44

0

44

23

21

Opleiding, studie, cursus, congressen

1.048

950

-8

942

997

-55

Overige kosten

95

231

-141

90

189

-99

* ontvangen uitkeringen en vergoedingen detacheringen

Het totale verschil tussen de actuele begroting en de realisatie 2016 op de personeelsgebondenlasten bedraagt € 1,5 miljoen.

Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door een onderuitputting op de bruto-
salariskosten (inclusief sociale lasten werkgever) van € 3,1 miljoen. Verder is er een onderuitputting op de overige gerelateerde personeelsgebonden kosten (onder andere uitkeringen in verband met zwangerschappen, WAO en hogere opbrengsten uit detachering verminderd met de kosten voor de en WW lasten van voormalige medewerkers) en doorbelaste salariskosten van € 1,3 miljoen. Tegenover de onderputting staat een overschrijding van het budget voor inhuur uitzendkrachten en externe deskundigheid van € 2,8 miljoen. De overschrijding op overige personeelskosten (onder andere reis- en verblijfkosten, opleiding, studie, cursus en congressen) bedraagt € 0,1 miljoen.

Als gevolg van de uitwerking van de bezuinigingsopdracht uit het vorige college, de implementatie van het bedrijfsplan, de implementatie van het functieplan en de financiering van de boventallige medewerkers is er besloten alleen in eerste instantie de prioritaire vacatures open te stellen. Voor de continuering van de uit te voeren werkzaamheden is besloten dat er extra inzet mag worden geregeld middels tijdelijke inhuur van uitzendkrachten en externe deskundigheid indien dit nodig is.

De taakstelling en de uitvoering van de personeelsplanning heeft geleid in een bezetting per 31 december 2016 van 705 fte ten opzichte van een formatie per 31 december 2016 conform het formatieplan van 761,5 fte.

Formatie ontwikkeling 2012 - 2016

2012

2013

2014

2015

2016

Formatieplan

795

787

736

774

761,5

Bezetting

743

749

695

720

705

Opmerkingen formatie:
De formatie volgens het formatieplan 4.0, zijnde de actuele begroting 2016, daalt in 2016 ten opzichte van 2015 van 774 te naar 761,5 fte. Sinds het Hoofdlijnenakkoord uit het vorige college hebben er diverse wijzigingen plaats gevonden die invloed hebben gehad op de formatieontwikkeling, zoals de uitbesteding van activiteiten als de catering en de beveiliging of de transitie van de Dienst Landelijk Gebied. Aan de formatie 2016 is bij de monitor Overijssel 2016-I 5 fte toegevoegd van de overdracht van de BRZO-taken van gemeenten naar provincies.

De financiële ruimte die als gevolg van de bezetting ten opzichte gewenste formatie per 31 december 2016 is ontstaan, wordt gebruikt om nieuwe kwaliteiten aan onze organisatie toe te voegen. Deze nieuwe kwaliteiten, vaak ook nieuwe functies, zijn nodig om voor het uitvoeren van de kerntaken, maar ook om een toekomst vaste match tussen opgaven en personeel te realiseren.

Salarislasten
De realisatie van de totale salarislasten inclusief uitzendkrachten en externe deskundigheid bedraagt € 56,9 miljoen ten opzichte van een actuele begroting van € 58,5 miljoen. Per saldo derhalve een onderuitputting van € 1,6 miljoen.

Analyse realisatie ten opzichte van de actuele begroting:
Op basis van de gegevens uit de formatie en bezettingsoverzichten bedraagt de formatie ruimte over 2016 56,5 fte (formatie volgens het formatieplan 761,5 fte ten opzichte van een bezetting van 705 fte).

- Rekening houdend met een formatieruimte van 56,5 fte bedraagt onderuitputting op de salarislasten ongeveer € 3,1 miljoen

€ 3,1 miljoen

- Overschrijding budget voor inhuur uitzendkrachten en externe deskundigheid

-/- € 2,8 miljoen

- Hogere opbrengsten uit detachering, en uitkeringen in verband met zwangerschappen en WAO verminderd met de kosten voor de en WW lasten van voormalige medewerkers salariskosten aan project en programmabudget

€ 1,3 miljoen

Per saldo een onderuitputting van de salarislasten

€ 1,6 miljoen

Overige personeelskosten
Naast de personeelsgebonden kosten resteert er binnen de personeelskosten nog een post voor overige personeelskosten. Deze overige personeelskosten bestaan uit de reis- en verblijfkosten, onkostenvergoedingen, kosten van vorming door opleiding en training.
De overschrijding op deze post bedraagt € 0,1 miljoen (realisatie € 1,9 miljoen ten opzichte van een actuele begroting van € 1,8 miljoen) en wordt voornamelijk veroorzaakt door een overschrijding van € 99.000 op de overige kosten.

Vergoedingen bestuursleden en voormalig personeel
Naast bovengenoemde personeelsgebonden kosten kennen we ook salarissen/ vergoedingen voor bestuurders van de provincie, kosten voormalig personeel en enkele overige kosten

Vergoedingen bestuursleden en voormalig personeel

Rekening

Begroting

Begrotings-

Actuele

Rekening

Verschil

wijziging

begroting

2015

2016

2016

2016

2016

2016

Totaal

2.932

2.618

0

2.618

2.045

573

Vergoeding PS-leden

756

803

0

803

753

50

Vergoeding GS-leden, uitkeringen en pensioenen oud-leden

1.049

1.014

0

1.014

970

44

Jaarwedde CdK

181

189

0

189

186

3

Voormalig personeel/seniorenbeleid

884

510

0

510

65

445

Salaris stagiaires

30

50

0

50

41

9

Bedrijfshulpverlening

32

52

0

52

30

22

De rechtstreeks op programma verantwoorde kosten worden verantwoord binnen de kerntaak Kwaliteit Openbaar Bestuur. Deze kosten maken geen deel uit van de hiervoor weergegeven tabellen. Voor 2016 bedragen deze kosten € 2,0 miljoen. Deze kosten hebben voornamelijk betrekking op vergoedingen voor leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten (inclusief oud-leden), totaal € 1,9 miljoen, en op de kosten van voormalig personeel en seniorenbeleid, totaal € 0,1 miljoen.

Informatie van Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector

J. Osinga

R. Wiggers

Functie(s)

Secretaris / Algemeen Directeur

Statengriffier

Aanvang en einde functievervulling in 2016

1/1-31/12

1/1 - 31/12

Omvang dienstverband (in fte)

1,0

0,8

Gewezen topfunctionaris?

nee

nee

(Fictieve) dienstbetrekking?

ja

ja

Individueel WNT-maximum

€ 179.000

€ 143.200

Totaal bezoldiging 2016

€ 159.669

€ 84.870

Beloning

€ 143.426

€ 73.928

Belastbare onkostenvergoedingen

Beloningen betaalbaar op termijn

€ 16.243

€ 10.942

Subtotaal

€ 159.669

€ 84.870

-/- Onverschuldigd betaald bedrag

Verplichte motivering indien overschrijding

PM

PM

Gegevens 2015

Aanvang en einde functievervulling in 2015

1/5 - 31/12

1/1 - 31/12

Omvang dienstverband 2015 (in fte)

1,0

0,8

Bezoldiging 2015

€ 116.069

€ 87.303

Beloning

€ 105.032

€ 76.529

Belastbare onkostenvergoedingen

Beloningen betaalbaar op termijn

€ 11.037

€ 10.774